Een website van Fred Vogels en Hilke Ingelse (laatste update 2021)
Wil je op Père Lachaise begraven worden dan moet je rekening houden met een wachtlijst. Er zijn nog zoveel wachtenden voor u. Dus zomaar sterven en de eeuwige rust vinden op een van de beroemde kerkhoven van Parijs temidden van evenzo beroemde mensen is er niet bij. Behalve dat je je tijdstip van je overlijden goed moet plannen, dien je ook in Parijs te hebben gewerkt en/of daar overleden te zijn. Toch zijn er zo nu en dan nog begrafenissen. Crematies zijn daar aan de lopende band. Voor mijn gevoel nog maar kort geleden maar toch al weer in 2006, vond Karel Appel daar zijn laatste rustplaats. Ik herinner me de bloemenzee op zijn graf, net als de kleuren van zijn werk . Hier en daar zijn er kleine bedevaartgraven met een bijna niet aflatende stroom fans en nieuwsgierigen. Een stroom naar graven van Oscar Wilde of James Morrison moeten op hoogtijdagen zelfs bewaakt worden om al te opdringerige mensen op een afstand te houden. Op foto's zie je ook hoe vandalisme zijn sporen trekt, ondanks de bewaking en sluitingstijden.
Wetenswaardigheden
Zomaar een paar willekeurige wetenswaardigheden rondom het kerkhof Père Lachaise (in de Franse taal heet het Cimetière du Père-Lachaise) dat in het 20ste arrondissement ligt. Bij onze eerste bezoeken hadden we een hotel op 25 minuten loopafstand in de Rue de Chemin Vert. De wandeling naar het kerkhof was al een belevenis op zich, langs alle Chinese im- en exporteurs van kleding. Ik heb me laten vertellen dat de kwaliteit van de kleding op zijn minst discutabel is, maar een blik in de winkels, die meer weg hadden van een magazijn met opgestapelde dozen, was zeker leuk. Zo'n winkel kwam je trouwens al nauwelijks binnen, omdat de toegang werd geblokkeerd door een Chinese verkoper die het verkeer van de Rue de Chemin de Vert aan het bestuderen was.
Ons laatste bezoek in 2021 sliepen we naast de ingang van Père Lachaise. In een aangenaam appartementenhotel met uitzicht op onze mooie en dooie vrienden.
De hoofdingang ligt aan de Boulevard de Ménilmontant waar ook een Metro op- en instapplaats te vinden is. Het adres van Père Lachaise is 16 Rue du Repos, 75020 Paris, France. Het terrein is verdeeld in secties of beter divisies genoemd (nummers) en straten (avenues). Zonder een degelijke kaart is het onmogelijk je weg te vinden op dit immense grote terrein (44 hectaren, grofweg 88 voetbalvelden, 61,6 voetbalvelden als we de UEFA-norm aanhouden). Er zijn wel kaarten te koop bij de ingang, maar handiger en goedkoper is het om van te voren een kaart te printen of wat we zelf hebben gedaan, een iPad meenemen met alle gegevens en een iPhone met een database om alle bezochte graven af te vinken en een foto te koppelen. Na wat uren zoeken en vinden ben je de herinnering aan het eerste graf al helemaal kwijt. Zo indrukwekkend zijn de beelden die je opdoet tijdens het wandelen daar.
Wil je langdurig wandelen op het kerkhof is het zeker aan te bevelen om schoenen met stevige zolen aan te trekken. De wegen en paden bestaan uit "kinderhoofden", ronde keien, die na verloop van een aantal uren je voeten behoorlijk kunnen plagen omdat je weinig steun kunt vinden op de bolle oppervlakten. Een verkeerde vorm van voetmassage.
Inmiddels hebben een miljoen mensen daar hun laatste rustplaats gevonden, wat overigens niet wil zeggen dat ze daar allemaal nog liggen. Zie de volgende alinea hoe je een kort verblijf op Père Lachaise kunt organiseren. Een veelvoud van dat miljoen is gecremeerd en een groot aantal hebben een plekje gekregen in de urnenmuur van het Columbarium.
Er is ook een rigide systeem van het schudden (leegmaken) van graven. Hoewel de foto's (zie elders, de foto's van de vervallen graven) anders doen vermoeden. Eens in de 4 jaar worden familieleden aangezegd om mogelijke grafrechten te verlengen. Anders worden ze geruimd. Het zal zeker te maken hebben met de jonkies die zijn begraven op het kerkhof en waardoor enige communicatie met nabestaanden nog mogelijk is.
De kosten om het tijdelijke met het eeuwige te verwisselen zijn hoog. De betrokkene merkt daar weinig van. Voor niks gaat de zon op of beter in dit verband, de zon gaat voor niks onder. Maar sterven op stand in Parijs is dat zeker niet. Voor 5256,50 euro (prijspeil 2010) kun je 1 vierkante meter kopen. Maar met de huidige gemiddelde fysieke lengte van onze generatie ben je daar nog niet mee klaar. Het kan goedkoper: voor 331 euro voor 1 vierkante meter mag je je 10 jaar lang voegen tussen de groten der aarden. Waarschijnlijk opgevouwen in je graf. Of je opgevouwen tussen de groten der aarde werkelijk ook zo geweldig zult vinden, daar geven de voorwaarden van Père Lachaise geen garantie.
De naam Père Lachaise
De naam van het kerkhof wordt toegeschreven aan een Jezuïet, Pater François de la Chaise (werd geboren van 25 Augustus 1624 – 20 Januari 1709 om Fons Jansen maar eens na te grappen) en François was ook biechtvader van Koning Louis XIV van Frankrijk. In 1804 werd er voor het eerst daar begraven. Om de begraafplaats goed te kunnen "verkopen" werden in de eerste jaren allerlei beroemdheden (La Fontaine, Molière, om er maar eens een paar te noemen) verhuisd naar Père Lachaise. Met deze marketingstrategie over de rug van bekende doden werd Père Lachaise in 1 keer een kerkhof met statuur. Een kerkhof met zoveel uitstraling, dat je nauwelijks kon wachten om daar te rusten gelegd te worden. Een aantal verhalen (zelfdoding) die we gelezen hebben geeft wellicht aanleiding voor deze stelling.
De componisten van Père Lachaise
Naast allerlei politieke, militaire, wetenschappelijke, spirituele, culturele (schrijvers, schilders, zangers, musici, dansers, acteurs) en zelfs gewone sterfelijke doden liggen er ook nogal wat componisten begraven. Bij ons eerste bezoek stonden de onvermijdelijke graven van Chopin, Morrison (die van de Doors), Bellini, Piaf op het programma. Maar getroffen door de sfeer en de omvang van Père Lachaise kon een tweede bezoek niet uitblijven. Een bezoek waarbij we meer aandacht wilden voor al die andere componisten die niet genoten van de volle belangstelling van de vele toeristen en dwepers. Eén van de medewerkers van Père Lachaise wist meteen de al hiervoor genoemde graven op te sommen en aan te wijzen. Maar toen ik mijn lijstje van 67 componisten begon voor te lezen, die op Père Lachaise begraven zouden moeten zijn, bleef hij ook even stil. De man werd zichtbaar enthousiast toen ik hem vertelde dat ook ene Jan Doornik begraven lag op Père Lachaise. Met enige vraagtekens in zijn ogen van deze doorgewinterde oppasser van al deze beroemdheden legde ik hem uit dat Jan Doornik een belangrijke verzetsstrijder was geweest die door de Nazi's is geëxecuteerd en in Nederland in verzetskringen en bij de beroepsherdenkers een zekere faam heeft. Met overgave schreef hij zijn naam en cv op in de hoop dat Jan bij de volgende uitgave ook toegevoegd zal worden.
Foto: graf van Jan Doornik (Bron: Find a grave)
Inmiddels hebben Hilke en ik nu voor de derde keer deze plek bezocht (augustus 2021). Nu gewapend met de opbrengst van de afgelopen 10 jaar aan opgeborgen componisten. Ook de ontsluiting van andere archieven hebben geholpen om het totaal te brengen op 133 componisten, die we tot dusver gevonden hebben.
Credits
Dit artikel zal zich uitsluitend richten op de componisten van Père Lachaise. Een historische zoektocht (want dat was het zeker: zoeken!) waarbij we proberen wat meer achtergronden en muziek te vinden voor onszelf en voor de lezer. Het is zeker niet de bedoeling om een doorwrocht academisch werk te schrijven met voetnoten en verwijzingen. Of allerlei musicologische beschouwingen op te voeren of de muziek in een historische context op welke relevantie dan ook te beoordelen. Nee, allemaal niet. Dat mag de geschiedenis doen en nog beter: doe het vooral zelf. Ik probeer bij elke componist iets van muziek te vinden in de vorm van geluid en/of iets op schrift. Ik probeer ook de krenten uit de pap te halen ten aanzien van het leven van deze ter aarde bestelde musici in de vorm van verhelderende anekdotes. Ik heb geen verdere bedoeling dan dat ze toevallig met z'n allen op Père Lachaise liggen.
Alle aan- en verwijzingen verwerkt in de artikelen zijn wel ergens te vinden op internet of zijn in de loop der jaren ergens tussen mijn oren blijven hangen. Maar zeker hulde en eer voor de bronnen op internet.
Met de luchtigheid en laagdrempeligheid van deze artikelenreeks hoop ik meer mensen te kunnen bereiken met aandacht voor deze eerbiedwaardige collega's, als ik mij even collega mag noemen. Een eerbetoon voor de componisten die nog zichtbaar (maar wel in hele verschillende maten, geen muziekmaten) worden herdacht op Père Lachaise. Componisten die een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan de muziek en welbevinden van de mensheid. Het is tot nu toe een zeer dankbare klus geweest en zeker nog niet klaar.
Een lezenswaardig artikel:
PÈRE LACHAISE; EEN DODENAKKER VOL MET BEROEMDHEDEN
Wat is het toch met die aantrekkingskracht die kerkhoven in het buitenland uitoefenen op mensen, inclusief mijzelf? Ik kan mij niet voorstellen dat ik in mijn woonplaats begraafplaatsen bezoek, behalve wanneer er dierbaren begraven liggen. En toch kwam ik weer in de verleiding om een bezoek te brengen aan een van de oudste en meest romantische dodenakkers van Parijs: Père Lachaise.
Père Lachaise is voor buitenlandse toeristen de vierde attractie van Parijs, na de Eiffeltoren, de Notre Dame en de Arc de Triomphe. Waarschijnlijk is het de unieke combinatie van bijzondere grafkunst, l'art funèbre, vanaf 1804 tot heden, in combinatie met de romantische, eerbiedwaardige, groene omgeving. Maar zeker ook de aanwezigheid van grafstenen met honderden beroemde namen, begraven in wat eens het landgoed was van Louis Baron Desfontaines was: De Champ l'Evêque de Mont Louis. We schrijven rond 1800, toen er in Parijs een einde kwam aan alle massabegravingen. Er ontstaan zogenaamde dodensteden, necropoli, waar iedere dode zijn eigen plaats krijgt. Waar stoffelijke resten worden afgedekt met een steen of een eigen 'huisje', met vermelding van naam en hoe lang hij of zij geleefd heeft. Dit alles omgeven door een prachtig landschap.
Het is de Franse architect Alexandre Théodore Brongniart, die de nieuwe begraafplaats aan de oostzijde van Parijs omvormt tot een Engelse tuin, waar de grafmonumenten worden geplaatst tussen het weelderig groen. De eerste begrafenissen beginnen in mei 1804 en een jaar later krijgt de begraafplaats zijn officiële naam: Père Lachaise, genoemd naar de biechtvader van de Franse Zonnekoning: Père Françoise Lachaise d'Aix. De architect vindt hier in 1813 zijn laatste rustplaats (ligplaats 11e divisie), net als Baron Desfontaines (ligplaats 22e divisie), waarover het verhaal gaat, dat hij minder voor zijn landgoed ontving dan wat hij later voor zijn graf moest betalen.
Père Lachaise lag ten tijde van de ingebruikname nog buiten de stadsgrens van Parijs. Aan het einde van de achttiende eeuw was het namelijk verboden om nog langer overledenen te begraven binnen de stadgrenzen. Hetzelfde gold voor het begraven in kerkcryptes. Dat verklaart dan ook de vele minikerkjes, tempeltjes, die te vinden zijn op de oude begraafplaatsen van Parijs. De eerste grafkapel werd op Père Lachaise gebouwd in 1815. Het is die van de steenrijke Russische gravin Elisabeth Demidov Stroganov (ligplaats: 19e divisie). Dit mausoleum bestaat uit maar liefst drie etages. In de bovenste etage een beeltenis van de gravin die uitkijkt over haar eigen begraafplaats. Over dit graf gaat de volgende legende; diegene die er 365 dagen onafgebroken durft te verblijven, kan een som van twee miljoen roebels tegemoet zien. Het is onbekend of iemand ooit een poging gewaagd heeft.
1,3 Miljoen mensen liggen hier begraven waaronder ruim 750 beroemdheden
Père Lachaise ligt eigenlijk op de hellingen van het vroegere dorp Ménilmontand, zuidwaarts van Bellville en gedeeltelijk in het dorp Charonne. In de 19de eeuw ingelijfd bij Parijs als gevolg van de herstructureringen van Baron Georges-Eugène Haussmann, die ook hier zijn laatste rustplaats heeft gevonden (Ligplaats: 57e divisie). Het Land van de Dood, inmiddels 43 ha groot. Als een mythische vesting ingesloten door de boulevard Ménilmontand, avenue de Gambetta, rue des Rondeaux, rue de Bagnolet en de boulevard Charonne, tussen de geluiden en het rumoer van de stad, gehuld in nevelen van zijn geschiedenis, de geheimen en legenden, zoals vampirisme, prostitutie, dodencult, zwarte missen en andere rituelen.
De oude heuvel van Charonne vormt het historische gedeelte. Het nieuwe gedeelte is het 'plateau', dat grenst aan de avenue Gambetta. Père Lachaise is ingedeeld in 97 divisies. Hier liggen meer dan 1,3 miljoen mensen begraven waaronder zo'n 750 'beroemdheden'. Om hier begraven te worden, er zijn nog 80.000 grafruimtes te vergeven, moet men op het moment van verscheiden in Parijs wonen. Een concessie voor 10 jaar kost € 688, 30 jaar € 2329, 50 jaar € 3441 en een eeuwigdurende concessie kost € 10.911. Een concessie heeft een grootte van een bij twee meter.
Alles op dit kerkhof lijkt omgeven met een waas van erotiek. De vele laantjes, hoekjes en gangetjes vormen ideale rendez-vous plekjes voor verliefde stelletjes, die hier bij voorkeur rondzwerven. Vele graven zijn voorzien van mooie en haast naakte vrouwen, sensueel liggend op de graven in een innige omhelzing of wenend van verdriet. De meeste van deze graven dateren uit de periode rond 1900; de 'Belle Èpoque'. Als ik zo rond kijk zie ik een allegaar van jonge en oudere mensen, moeders met kinderen, liefdadige dames, geliefden, nieuwsgierigen en in het zwart geklede oudere dametjes. Misschien ook wel een aantal necrofielen of standbeeld fetisjisten, voyeurs, fotografen maar ook doodgewone wandelaars pelgrims en vereerders van beroemde personen die hier begraven liggen. Ook ik val in een van de categorieën.
Wandelen over Père Lachaise krijgt een extra dimensie voor diegene die gevoelig is voor grafsymboliek. Op de eerste plaats is er natuurlijk het kruis symbool van dood en verlossing. Een engel wordt vaak gezien als de aanzegger van de dood of van wederopstanding. Een opengeslagen boek verwijst naar de bijbel, maar een boekenlegger in het boek geeft aan dat de overledene voortijdig uit het leven is weggenomen. De schelp als teken van vruchtbaarheid en liefde, een anker van standvastigheid en trouw en een fakkel is het symbool van vrijzinnigheid. Wenende vrouwen wijzen op het verdriet van geliefden en bewonderaars en een geknakte zuil is vaak een aanduiding van een plots afgebroken leven. Een boven het graf geplaatste lege sarcofaag onderstreept de rijkdom en het maatschappelijk belang van de dode. Behalve christelijke symbolen zijn er ook veel joodse graven te vinden elk met hun eigen beeldtaal. De kleine steentjes, ten teken dat men er is geweest en de doden heeft herdacht, vind je op vele joodse graven. Het is een gebruik uit de woestijn. Nomaden accentueren hun graven met een hoopje stenen. In Bijbelse tijden werden geen grafstenen gebruikt; graven werden gemarkeerd met hopen stenen, dus door deze te plaatsen (of te vervangen), verzekerde men het voortbestaan van de begraafplaats. Briefjes tussen de stenen bevatten vaak vrome wensen.
Een kus voor Oscar
Mythes horen bij de folklore van de begraafplaats Père Lachaise. Neem nou het graf van de schrijver Oscar Wilde(ligplaats: 89e divisie), die in steen is/was weergegeven in de vorm van een 'zwaar geschapen' gevleugelde sfinx. Wilde was oorspronkelijk begraven op het kerkhof van Bagneux, een buitenwijk van Parijs, maar zijn stoffelijke resten zijn een paar jaar na zijn overlijden overgebracht naar Père Lachaise. Het grafmonument, ontworpen door Jacob Epstein, was een schenking van een anonieme vrouwelijke bewonderaar. Het gezicht van de sfinx is het gezicht van Wilde en wie weet, ook het evenbeeld van zijn geslachtsorgaan. Echter het geslachtsorgaan is al sinds mensenheugenis verdwenen. Twee Engelse dames, die over de begraafplaats wandelden, konden hun verontwaardiging niet onderdrukken toen ze oog in oog kwamen te staan met Wilde's mannelijk attribuut. Met twee stenen en twee forse slagen werd het edele deel verwijderd. De opzichter die het kostbare stuk later terugvond, nam het mee naar zijn kantoor, waar het twee jaar heeft gediend als presse-papier. Waar het daarna is gebleven is onbekend (uit 'Au Père Lachaise van Michel Dansel). Sinds jaar en dag, vooral de laatste tien jaar, drukten vele vrouwen hun vuurrode lippen op zijn grafsteen en dreigde het graf ten onder te gaan aan een overdosis rode lippenstift. Op 30 november 2011, ter ere van de 111-jarige sterfdag van Wilde, is tot grote teleurstelling van alle fans, het hele graf schoongemaakt en voorzien van een dikke glasplaat, zodat liefhebsters er geen kussen meer op kunnen geven, maar zoals rituelen moeilijk zijn uit te bannen, moet nu het glas er aan geloven.
La Grande Bite
In de 48e divisie ligt het graf van Félix de Beaujour (1765-1836), een exorbitant rijke vrijgezel en diplomaat in Franse dienst. Het grafmonument wordt genoemd de 'Fallus van Felix'. of 'La Grande Bite', wat in het Frans zoveel betekent als 'dikke paal'. De hoge schoorsteenachtige toren is zelfs te zien vanaf de trappen van de Sacre Cœur.
Jim, mon amour
De grootste 'attractie' van Père Lachaise is nog steeds het graf van de man die provoceerde met extravagant, immoreel en choquerend gedrag tijdens al zijn optredens. Zwaar onder invloed van drank en drugs zijn leven invulling gaf en misschien daardoor een levende legende werd. Nou ja levend? Zijn sober graf, ontdaan van zijn stenen buste, staat inmiddels geïsoleerd door dranghekken, maar is altijd voorzien van verse rozen. De stenen afbeelding is in 1987 al stiekem meegenomen door een wat al te enthousiaste fan. De dranghekken zijn geplaatst omdat de buurgraven wat al te veel te lijden hadden onder de belangstelling van alle fans. Grafzerken werden beschadigd of voorzien van graffiti met teksten zoals "Jim, ti amiamo, ti adoriamo". U zult zich inmiddels afvragen over wie heeft hij het nou? Jim Morrisson, die zijn debuut maakt met The Doors in 1967. Een muzikale genius met bijnamen als the Lizard King of mr. Mojo Risin, die uiteindelijk ten onder ging aan zijn exorbitante levensstijl. Op 3 juli 1971 vindt zijn vrouw Pamela hem dood in bad in zijn huis in Parijs. Overleden aan een hartaanval op 27 jarige leeftijd. Op een bronzen plaat op zijn graf staat de bijzondere tekst: "kata ton daimona eaytoy" Een Griekse tekst waarvoor meerdere vertalingen mogelijk zijn. In het Oudgrieks is de strekking iets in de trant van trouw aan zijn ziel. In het Nieuwgrieks is de vertaling; hij schiep zijn eigen demonen. Misschien is het laatste meer op hem van toepassing; James Douglas Morrisson 1943 - 1971.
Jim Morrisson: "kata ton daimona eaytoy" - hij schiep zijn eigen demonen
Daarbij is het ook opvallend dat zij die een 'gerespecteerd' leven hebben geleid het minste bezoek krijgen en weinig bloemen op het graf, zoals bijvoorbeeld bij Yves Montand en Simone Signoret. (Ligplaats 44e divisie) Montand wordt als Yvo Livi geboren en Signoret als Simone Kaminker. Tijdens de Tweede Wereldoorlog verandert ze haar naam in Signoret vanwege de achternaam van haar vader, die van Pools-joodse afkomst is. Montand en Signoret ontmoeten elkaar in 1949. Hoewel Signoret getrouwd was, was het liefde op het eerste gezicht. Na haar scheiding trouwen ze in 1951. Ondanks de escapade van Montand met Marlyn Monroe houdt het huwelijk 34 jaar stand en eindigt met de dood van Signoret in 1985. Na haar overlijden woont Montand samen met zijn vriendin Carole Amiel. Hij overlijdt in 1991 als gevolg van een hartinfarct op de filmset en zijn lichaam wordt bijgezet in het graf van de liefde van zijn leven Simone Signoret.
Yves Montand en Simone Signoret -Ligplaats 44e divisie
'Non je ne regrette rien'
In oktober 2013 was het exact vijftig jaar geleden dat de Franse chansonnière Edith Piaf overleed aan leverkanker na een leven vol alcohol en drugs. Zij was pas 47 jaar. Het aantal biografieën die over Edith Piaf geschreven zijn, kunnen bijna niet geteld worden, en toch is haar leven nog steeds in een waas van mysterie gehuld. Het begint al met de datum van haar dood. Piaf stierf op 10 oktober 1963 aan een inwendige bloeding in Plascassier, een dorpje in de buurt van Cannes. Haar lichaam werd vervolgens per ambulance naar haar huis in Parijs overgebracht, waar het voor publiek werd opgebaard. De bekendmaking van haar dood was pas een dag later, namelijk op 11 oktober. Haar grote vriend, Frans dichter, schrijver, ontwerper en filmmaker, Jean Cocteau, werd enkele uren na het horen van dit nieuws door een hartaanval getroffen en stierf. Naar verluidt zou hij hebben gezegd: "Ik ben ongeneeslijk ziek, dat is erg; Piaf is dood, dat is erger".
'Non je ne regrette rien' - er is altijd een enorme belangstelling voor het graf van Edith Piaf
Niet alleen Yves Montand maar ook de bekende Franse chansonnier Gilbert Becaud heeft zijn (Amerikaanse) carrière te danken aan Edith Piaf. Zijn bijnaam was "Monsieur 100.000 Volts" vanwege zijn energieke optredens. Zijn bekendste hit in Nederland was 'Nathalie' (1964), een liefdeslied, maar ook een verkapt protest tegen het communisme. In Amerika had hij succes met 'Et maintenant' (1961). Bécaud werd geboren in Toulon op 24 0ktober 1927 als François Silly. hij begon pas in 1948 met het schrijven van liedjes. Terwijl hij toerde met pianist Jacques Pills ontmoette hij Édith Piaf. Onder haar invloed begon hij in 1953 met een professionele carrière. 'Mr Dynamite', zijn andere bijnaam was de eerste (1954) die optrad in het fameuze muziektheater van Parijs, Olympia, waar hij wekenlang volle zalen trok. Hij heeft ook het record op zijn naam staan van het grootste aantal optredens in Olympia, maar liefst 33 keer in de periode 1954 - 1999. In november 1999 was zijn laatste optreden in Parijs. Toen al ziek door kanker waaronder zijn stem zwaar leek te lijden. Gilbert Becaud overleed op zijn woonboot Aran, op de Seine in de buurt van Parijs. Op vrijdag 21 december 2001 was het laatste eerbetoon aan een van Frankrijks grootste chansonniers, in de Madeleine kerk van Parijs, waarna hij werd begraven op deze prachtige dodenakker, in divisie 45.
"Monsieur 100.000 Volts"
Lopend door de poort aan de oostzijde komt u op de avenue des Combattants Étrangers morts, met aan de linkerzijde een gebouw dat lijkt op een Byzantijnse kerk. Dit is het crematorium dat al in 1889 in gebruik werd genomen, ondanks het feit dat cremeren nooit populair is geworden in Frankrijk. Het gebouw is uitgerust met vier ovens, waarvan twee op gas branden en de andere twee op stookolie. Rond het crematorium ligt het romantische columbarium. Vier etages hoog; twee onder de grond en twee boven de grond, goed voor 25.000 urnen. Zoals ik al schreef is cremeren niet populair bij de Fransen, vandaar dat er nog duizenden plaatsen leegstaan in de kelderverdieping. Ook hier grote namen, waaronder Maria Callas (gedenkplaat 16258 met de initialen M.C.) en de tragisch omgekomen ballerina Isadora Duncan. Over haar gaat het verhaal dat zij op 14 september 1927 instapt in haar splinternieuwe Bugatti. Om haar nek een lange rode sjaal. Bij het wegrijden wappert de rode sjaal tussen de wielen van de auto en de rest laat zich raden. Haar as is te vinden onder nummer 6796 naast haar kinderen, die de dood vonden in 1913, toen Duncan haar auto parkeerde aan een kade en vergat de handrem aan te trekken.
Het romantische columbarium van Père Lachaise
Père Lachaise was in de eerste jaren allesbehalve populair. Te ver van Parijs, een laatste rustplaats rond of naast de kerk was de plek waar men zich aan de aarde wilde toevertrouwen. Bovendien was Père Lachaise, aan de rand van de stad, de begraafplaats voor atheïsten, zelfmoordenaars, kunstenaars, acrobaten en andere mensen van een minder allooi. Met een simpel marketing trucje wist het stadsbestuur het tij te keren. Veel mensen, levend en blijkbaar dus ook dood, hebben nu eenmaal de neiging om graag in de buurt van beroemdheden te verkeren. Toen eenmaal de stoffelijke resten van Molière, La Fontaine en Héloïse en Abélard naar Père Lachaise werden overgebracht ging het snel met de begraafplaats.
Een van de oudste graven: De tombe van Héloïse en Abélard, de Romeo en Julia van Frankrijk
De tombe van Héloïse en Abélard, de Romeo en Julia van Frankrijk, is een van de beroemdste op Père Lachaise. Er gaat een even romantisch als tragisch verhaal achter schuil. De 39 jarige Abélard wordt door de Kanunnik van de Notre Dame, ene Fulbert, ingehuurd om zijn nichtje Héloïse, die ongeveer 20 jaar jonger moet zijn geweest, privé-onderwijs te geven. De tragiek begint wanneer Abélard verliefd wordt op Héloïse en haar zwanger maakt. Als haar voogd Fulbert achter de heimelijke vrijerijen komt, komt dat hem duur te staan. Op een nacht wordt de in diepe slaap verzonken Abélard, pijnlijk verrast door een van zijn dienaren, omgekocht door Fulbert, die bezig is met een vlijmscherp mes de geslachtsdelen van zijn meester af te snijden. Om te boeten voor zijn zonden vertrekt de gecastreerde Abélard naar het klooster maar onderhield een inmiddels zeer beroemde correspondentie met Héloïse. Hij sterft in 1142. Héloïse volgt hem in 1164, maar zelfs na hun dood duurt het nog honderden jaren, negen herbegravingen en vier verkistingen voordat de beide lichamen op een novemberochtend in 1817 op Père Lachaise bij elkaar worden gebracht. De tombe is onlangs gerestaureerd en is te vinden in de zuid-westhoek van divisie 7 rechts van de hoofdingang.
Verhalen rond geslachtsdelen hoorden we bij Oscar Wilde, bij Abélard, maar ook bij het graf van de journalist Victor Noir (1848-1870 ligplaats: 92e divisie) Deze redacteur van de krant La Marseillaise stond bekend als een berucht vrouwenversierder. Helaas heeft Noir maar kort kunnen genieten van zijn reputatie als rokkenjager. Op 22 jarige leeftijd wordt hij doodgeschoten door de neef van keizer Napoleon III, prins Pierre Bonaparte, die genoegdoening eist voor een negatief krantenartikel, geschreven door collega journalist; Pascal Grousset. Deze wordt door Bonaparte uitgedaagd voor een duel met Noir als secondant. Als Noir zich meldt bij het huis van Bonaparte om plaats en tijd af te spreken voor het duel, wordt hij ter plekke door de prins doodgeschoten. De neef van de Keizer beweert in het daarop volgende proces, dat Noir hem heeft beledigd en hem een handschoen in het gezicht heeft geworpen. De rechters spreken Bonaparte vrij. Mede dankzij zijn reputatie is het graf van Victor Noir een vruchtbaarheidssymbool geworden. Het bronzen evenbeeld van Noir, met opengeslagen jas, toont onvermijdelijk de bobbel in zijn broek. Het verhaal wil dat het aanraken van zijn geslachtsdeel de vruchtbaarheid van de vrouwelijke bezoekster vergroot. De bobbel in de broek van het beeld is dan ook danig opgepoetst. Om het beeld te beschermen tegen verdere beschadiging werd er een hek rond geplaatst, dat echter in 2005 werd gesloopt na fel protest van Parijse vrouwen. Nu staat er een bord met het opschrift dat elke schade veroorzaakt door graffiti of onfatsoenlijk wrijven zal worden vervolgd. Het geslachtsdeel blinkt er niet minder door.
Tip: bepaal vooraf welke (beroemde) graven je perse wil bezoeken. Bij de ingang is voor € 2 een kaart te koop met de vindplaats van beroemde graven, ruim 750. Mocht u de komende periode geen tijd hebben om zijn of haar graf te bezoeken dan kunt u dat ook virtueel doen op de website pere-lachaise.com
Als u nog meer te weten wil komen over Père Lachaise, bezoek dan eens de website van de APPL; Les Amis et Passionnés du Père Lachaise. Een vereniging die is opgericht in 2004 met als doel, het onder de aandacht brengen van de rijkdom, de architectonische en historische waarde van plaatsen van eeuwige rust in de stad Parijs.
Bron van het bovenstaande stuk met foto’s: http://paris-fvdv.blogspot.com/2015/04/pere-lachaise-een-dodenakker-vol-met.html
Conclusie: Van de doden niets dan goeds. Zeker niet als ze hele mooie dingen hebben gedaan.
De muziek: https://pere-lachaise.info/music.html