Zoals zo vele tweede generatie na-oorlogse kinderen (ik ben geen slachtoffer, wat sommigen graag mogen gebruiken om zichzelf meer status te geven) waren de verhalen van de ouders die de oorlog hadden overleefd, spaarzaam. Over wat ze mee hadden gemaakt. Zo ook van mijn vader.
Een telefoontje met mijn nog levende tante, zus van vader, leerde mij dat hij, mijn vader, zich vrijwillig had aangemeld voor de Duitsers. Niet om te collaboreren, maar om sancties voor de rest van de familie te voorkomen. Het eerste bewijs voor mij dat er iets aan de hand was, als jong kind, was zijn geamputeerde pink (bovenste kootje). Geamputeerd vanwege fijt (Paronychia). Hij mocht terug naar Nederland om zich te laten behandelen, maar als hij niet terugkeerde, zouden zijn collega's worden geëxecuteerd. Dat heeft hij natuurlijk gedaan. Hij was in Kassel tewerkgesteld voor de zgn. Arbeitseinsatz. Hij keerde aan het eind van de oorlog terug naar Nederland. Zijn moeder of vader zei: "O, ...