Behind the Horizon (HQ)
Meestal leg ik mijn muziek niet uit. Het proces van componeren is niet wat de meeste mensen denken. Vind ik althans: Je doet een veel te dure cursus. Je koopt het boekje ‘hoe wordt ik componist’. Je begint vooraan met hoofdstuk 1: ‘wat is componeren?’. In de hoofdstukken daarna leer je wat van tonaliteit, instrumentatie, akkoordenleer, hoe schrijf je dat allemaal op, enz.
Als je ‘geluk’ hebt mag je studeren bij een erkende componist die je gaat vertellen wat je allemaal fout doet. Als je ‘geluk’ hebt kun je na een jaar hetzelfde componeren als je leraar.
Nou, zo ging het met mij allemaal niet. Ik heb geen compositieles gehad of instrumentatie-les of weet-ik-veel-les. Allemaal niet.
Ik had een jeugd waarin Johnny Jordaan, Tante Leen, de Three Jacksons de input waren voor mijn gehoor. Op zich niks mis mee. Tonica-dominant-subdominant werden geijkte herkenningspunten. Ik heb gemerkt dat dat al moeilijk genoeg is voor veel mensen die ik tegenkwam op het conservatorium.
Maar nu dan Behind the Horizon, een compositie van ruim 25 minuten. Het werk was een compositieopdracht. Aan mezelf. Ik wilde weer wat beter componeren. Ik had inmiddels kennisgemaakt met Mahler, Wagner en nog meer van dit soort mastodonten. Ik was er inmiddels ook achter dat lessen in compositie een betrekkelijk heilloze tocht is. De tomatengooiers van Aktie Tomaat en Aktie Notenkraker (1969-1970) uit mijn tijd konden mij totaal niet bekoren. En al helemaal niet de muziek die door hen werd geproduceerd. Mijn eerste composities ontstonden wel in dat decennium van de 70-tiger jaren. 30 jaar later werd het voor mij wel serious business. Loop alle albums maar na, beter nog beluister ze.
Maar goed, het ging om dit werk, Behind the Horizon. In dit werk leer ik componeren door simpelweg te luisteren naar de al genoemde mastodonten. Ik had het grote geluk om een aantal jaren achterin het Residentieorkest slagwerker te wezen. Met veel betaalde tijd om te luisteren naar het orkest en alles wat er op de lessenaar was gekomen. Het enige wat wel grappig was: ik hoorde alles in het stereobeeld andersom. Violen aan de rechterkant, Cello’s en contrabassen links. Maar de eindeloze repetities waar vaak instrumentengroepen apart werden gerepeteerd leerden mij hoe de componisten hun muziek in elkaar hadden gezet. Altijd heb ik gefascineerd geluisterd en in mijn eigen muzikale werkelijkheid opgeslagen.
Door mezelf deze opdracht te geven van wat ik heb gehoord en geleerd kwam dit werk eruit. En natuurlijk ook veel ander werk. Maar dit is wel een bijzondere omdat ik voor mijn gevoel werd overhoord door Gene Zijde. Men was niet gauw tevreden. En ik dus ook niet. Dit laatste is natuurlijk fictie. Het heet gewoon ‘inleven in een ander’.
De quiz voor de luisteraar is naar welke componist ik in dit werk luister en geïnspireerd ben geraakt. Er komt overigens geen uitslag.