Richard Strauss - Don Juan.
Het was zo’n 45 jaar geleden. Opgegroeid in een gezin waar klassieke muziek ‘not done’ was. Mijn eerste aanraking met de klassieken vond pas plaats op het conservatorium. Hoe ik überhaupt op het conservatorium ben gekomen blijft voor mij een wonder. Ik kon eigenlijk geen instrument op enig niveau spelen. Ik werd op het Koninklijk Conservatorium aangenomen door toenmalig directeur Jan van Vlijmen vanwege mijn gehoor. Slagwerk spelen kon ik eigenlijk niet. Ik ging slagwerk studeren, een vak waarvoor ik 6 weken voor het toelatingsexamen mijn eerste stokken kocht.
Goed en wel op het conservatorium kwam ik in aanraking met Louis Stotijn, de dirigent van het conservatorium orkest. Voor het eerst in mijn leven hoorde ik klassieke muziek in een concertzaal en stond ik graag te luisteren bij de orkest repetities. Al gauw was ik aan de beurt om mee te spelen met het orkest. Daar zorgde ik wel voor. Mijn debuut waren de belletjes in de 4e Mahler.
Mijn grote liefde voor slagwerk in een orkest werden de pauken. Het instrument dat het orkest kan maken en breken. Verhalen genoeg hierover, maar nu even niet. Ik weet niet meer precies welk stuk ik voor het eerst speelde achter de pauken. Ik herinner mij o.a. Romeo en Julia van Pyotr Ilyich Tchaikovsky. Een geweldig stuk met veel persoonlijke anekdotes. Zo waren er meer werken waarmee ik mij in de hemel waande.
Uiteindelijk was het Richard Strauss met Don Juan die definitief mijn hart gestolen heeft. Louis Stotijn loodste ons op zijn onmiskenbare wijze door dit waanzinnig moeilijke werk. Niet zozeer voor mij omdat ik in de paukenpartij geen uitzinnige capriolen hoefde uit te halen in tegenstelling tot de andere instrumenten (vooral de strijkers).
De talloze repetities om de jonge studenten te leren hoe dit werk gespeeld moest worden gaven mij vooral de kans om te luisteren, luisteren en nog eens luisteren. Al die groepsrepetities legden de genialiteit van de componist bloot. Elke noot telt. En het zijn er heel wat. Veel is blijven hangen in mijn hoofd.
Net als in het televisieprogramma ‘Het Geheim van de Meester’ waarbij kunstwerken worden gekopieerd, heb ik dit werk ook nagemaakt. In zijn geheel, noot voor noot. Ik heb er ook een animatie bij gemaakt waarin een orkest daadwerkelijk de muziek speelt. Alleen de muziekuitvoering die je hoort is helemaal van mij. Partij voor partij zelf gespeeld/geprogrammeerd. Alsof ik zelf het orkestlid van alle partijen en dirigent tegelijkertijd ben.
Ik heb dit gedaan om mijn persoonlijke ervaring van toen en de lessen van nu een plek te geven. Ik probeer het spoor van deze geniale componist te volgen op dezelfde manier zoals ik Tod und Verklärung, ook van Richard Strauss, heb gevolgd om de diepere essentie van de muziek te vinden.
Het is dagen werk geweest, maar de rijkdom die ik daardoor gekregen heb is niet in geld uit te drukken.
Het begin en het eind van dit filmpje is natuurlijk een beetje plagen met Dronten die niet zoveel op heeft met cultuur zoals met deze klassieke muziek en andere zaken die in het verleden hebben plaatsgevonden: ‘een geintje meneer Sonneberg. Waar is de humor vandaag de dag gebleven?’ om Wim Sonneveld maar eens te citeren.
Alles tussen het begin en het eind is bloedserieus gemaakt en ik ben er heel trots op en blij mee.