Toen ik in 1972 op het KC kwam stond er alleen een “foute” marimba met het merk Studio 49. De zgn. zwarte en witte toetsen stonden op gelijke hoogte en niet als bij een piano waar de zwarte toetsen tussen de witte toetsen staan. Gevolg was dat het spelen op een marimba veel lastiger was omdat de afstanden veel groter waren. Het spelen op de uiteinden van de zwarte toetsen ging daarom ook niet waardoor virtuoze snelheden niet haalbaar waren door vooral de grote toetsen in het lage register (bij een vibrafoon speelt dat veel minder).
Nadat ik van de Amerikaan Michael Rosen geleerd had dat ik ook met 4 stokken kon spelen werd alles anders. Ik leerde op een zomercursus de ongelijkvloerse marimba kennen waarbij de zwarte toetsen deels boven de witte toetsen hingen.
Daarnaast heb ik les gehad (kijken en luisteren) van Harry Holtman, bijvak piano. Daarin leerde ik dat je op een pianotoetsenbordindeling (nieuw woord) een melodie samen met een begeleiding kon spelen. Simpelgezegd, een baslijn, een akkoord, een melodie tegelijkertijd. Met tien vingers wel te verstaan. Behalve een bluesje in C en wat akkoorden in a-mineur heb ik nooit echt piano gespeeld, laat staan les gehad. Mijn eindproef bijvak piano bij Holtman was dan ook een grote grap: ik speelde de Czerny-etudes met rechts één vinger zoals je een glissando zou spelen op een piano. Bij de verplichte Clementi-etudes hadden de triolen in mijn linkerhand een andere opvatting van het metrum dan mijn rechterhand. Een techniek waar later Steve Reich in zijn compositie Drumming gretig gebruik van maakte (alle partijen beginnen met hetzelfde tempo, waarna één partij langzaam gaat versnellen, hierdoor ontstaan waanzinnig mooie samengestelde ritmes die niet te noteren zijn in een Westers Schrift).
Lang verhaal verder kort verteld.
Op enig moment kocht ik een echte marimba en ging mijzelf lesgeven. Leraren waren er toen niet, behalve een docent als Bob Becher die ik (in mijn hoedanigheid van leider van de Slagwerkgroep Den Haag) liet overkomen. Bob was echter een held met twee stokjes op de xylofoon. Ik was overgeleverd aan de cello- en vioolliteratuur. Voorzichtig keek ik ook naar de pianoliteratuur met componisten als Mendelssohn die muziek schreef waarin bas-akkoord-melodie technisch prachtig in elkaar overgaan.
Ja ik weet het. Het klinkt allemaal primitief, maar ik had nog nooit gezien hoe tien vingers zoveel verschillende dingen tegelijk konden spelen. En dan heb ik het nog niet eens over de ‘onafhankelijkheid’ tussen linker- en rechterhand.
Al die eeuwenoude kennis was niet doorgedrongen tot de marimbaspelers, componisten voor marimba die het instrument als een enkelvoudig melodieinstrument beschouwden.
In de tachtiger jaren concentreerde ik mij vooral op de marimba. Ik speelde veel vioolliteratuur samen met piano (repertoire van Frits Kreisler e.d.) en nieuwe werken die écht voor marimba geschreven waren (4 mallets, melodie en harmonie).
In 1979-80 schreef ik mijn eerste eigen marimba-werken. Schrijven is een groot woord want ik schreef/schrijf vrijwel nooit iets op en speelde alles op concerten uit mijn hoofd.
In deze eigen compositie ‘The River’ speel ik het ontstaan van een rivier. Een beetje als het orkestwerk de Moldau van Smetana, maar dan voor solo-instrument, de marimba. In dit werk speel ik voor het eerst een melodie (op marima gaat dat dmv een tremolo) in de rechterhand en een begeleiding in de linkerhand. Ik heb goed geluisterd naar virtuoze pianomuziek zoals Chopin waarin je heerlijk kunt preluderen op wat een marimba uiteindelijk zal kunnen..
https://open.spotify.com/track/0QpKFY6iPYLT8g54USVoSA?si=4ab366c146e449c2
Het tweede werk is het laatste deel van Transformatie.
https://open.spotify.com/track/4J2PpA1deIVNYFUg8UORAA?si=9786914a20eb4248
De uitleg staat op mijn website fredvogels.com, maar het volstaat te zeggen dat ik verschillende technieken toepas zoals het spelen van 4 tellen (links) tegen 5 tellen (rechts). Ook het gebruik van ghostnotes als arpeggio’s. Alles in een pittig tempo.
De marimba is bij mij in de vergetelheid geraakt omdat de enorme rijkdom aan boventonen averechts werkt op mijn tinnitus. De marimba (vooral het mooie lage gedeelte) wordt nu vervormd in mijn hoofd tot akelig klinkende zaagtand sinustonen.
Maar gelukkig heb ik de herinnering nog.